Schram


Mama kijk,
ik heb een pijneke.
Ze komt binnen uit de tuin
en toont me haar arm.
Ze heeft een schram,
een rode lijn op haar arm,
wellicht van een braamstruik
of zo.

Ik zal er een kusje op geven,
zeg ik,
Een beetje moederkes zalf,
en dan zal het wel overgaan.
Ik geef een kusje op de schram,
en nog één
en nog één
en nog één
en nog één
Ze zegt
met een stem
alsof ze tegen een kind spreekt,
Ja, mama
zo is het wel goed.
en ze begint te trekken
met haar arm
in de richting van de tuin.

Ze rukt zich los
en ze loopt
naar buiten
de tuin in.
Hier ben ik terug,
klaar om verder te spelen,
roept ze naar haar broer.

Ik kijk naar hen
daar tussen de appelbomen.
Hij is een ridder
en een tak is zijn zwaard.
Zij is ook een ridder,
en tussen het gras
zoekt ze haar wapen
dat ze daar ergens
heeft laten vallen.

Ik begrijp nu 
waar haar schram
vandaan komt.

Ik kijk naar hen,
en ik voel me even
een goede moeder.