Het juiste woord

Ik herinner het me nog
jaren terug
in de klas.

De meester
legde er de nadruk op:
we moesten ABN spreken.
Algemeen Beschaafd Nederlands.
Later zou men zeggen
AN
want men vond het woord beschaafd
niet zo beschaafd
denk ik.

We mochten niet zeggen
“ik ga pissen.”
We moesten zeggen
“ik ga plassen.”

Daar is het gezeik begonnen.  
(Dat is een grapje.)

Zeg niet
hondenstront,
maar
hondenpoep.
Zeg niet
bic,
maar
balpen.
Zeg niet
appelsien,
maar
sinaasappel.
Zeg niet
Sidonie,
maar
Sidonia.
Zeg niet
banaan,
maar
Chiquita
(Dat laatste is een grapje.)

De boodschap van de meester
was duidelijk;
we moesten
op onze woorden letten,
en het juiste woord gebruiken.

Nu jaren later,
moeten we dat
nog steeds doen.
Meer en meer zelfs.
Het juiste woord gebruiken.
We moeten zorgen
dat we niemand te kwetsen
(zeg niet: in het gat te bijten)
en respect te tonen
voor iedereen.
Respect voor zwarten
(zeg niet neger),
voor allochtonen
(zeg niet gastarbeider)
voor homo’s
(zeg niet janet).
Ook
voor psychiatrische patiënten
(zeg niet zot of gek)
enzovoort.
Dat is respect tonen,
zo houdt men ons voor,
het juiste woord
gebruiken,
en niet het foute.

Maar is het meer
dan het opsmukken
van een façade?
In het Engels zouden ze het
misschien window dressing noemen.
En in het Frans?
Misschien habillage de fenêtre.
Je ne sais pas.

Alsof je
door het juiste woord
te gebruiken
de pijn uit de wereld
kan helpen
en met taal
terug recht kan maken
wat in het echt eigenlijk
helemaal krom is.

Zoals bijvoorbeeld
in Amerika
waar op de radio
de fucks worden weg gebiept
die sommigen
als ware het komma’s
gebruiken in elke zin.
En niemand zegt
in Amerika
nog neger
tegen een zwarte.
Ze zeggen zelfs
niet meer zwarte
tegen een zwarte,
maar wel African-American.
Maar ondertussen
zitten er wel
een pak meer zwarten
in de dodencel
-die ze death row noemen-
dan blanken,
terwijl de zwarten toch
niet meer dan 13%
van de Amerikaanse bevolking
uitmaken.

En ik zit hier in dit hospitaal
(zeg niet zothuis of gesticht).
Ik krijg dagelijks pillen
en de dokter gaf me
de diagnose schizofrenie.
Ik begreep uit zijn uitleg
dat dat
het juiste woord is
om mij mee aan te duiden.

Dus ik ben nu
een psychiatrische patiënt
met schizofrenie,
en het is misschien fijn
dat ze mij niet gek 
of zot noemen
maar ik sta nog steeds
hier aan de kant;
terwijl het leven zich
daar afspeelt.