Zoals iedereen

Roses are red, 
my love, 
violets are blue.
Ze zingt
terwijl ze in bad zit
en haar haren afspoelt.
Sugar is sweet  
my love 
but not as sweet as you.
Het is een oude
Bobby Vinton song.

Ik ben klaar
met scheren
en
bij wijze van antwoord
zing ik
The roses are dead, 
my love,  
the violets are too. 
But it doesn’t matter 
my love 
‘cause I adore you.
Ik zing het 
op dezelfde melodie,
en dan kus ik haar
nadrukkelijk
in de nek,
ze giechelt
en spettert water
in mijn richting.

Ja,
we zien elkaar graag
maar we zijn heel verschillend.
Zo vindt ze
dat ik een pessimist ben,
en ik antwoord haar dan,
neen,
ik ben een realist.

Ik geef een voorbeeld...

Gisterenavond
zaten we samen op de sofa.
ik las de laatste roman
van Cormac McCarthy
en zij keek een film,
een romcom of zo,
over een mooie vrouw
en een knappe man
die iets voelden voor elkaar
maar er stond de liefde
vanalles in de weg.

En ze leefden nog lang en gelukkig.
Dat is ongeveer
hoe de film eindigde,
en zo heeft ze het graag.
Ze kan dan
-vaak met tranen in de ogen-
genieten van de goede afloop
voor de mooie vrouw
en de knappe man
in elkaars armen,
na de spannende beproeving
en de onwaarschijnlijke ontknoping.

Ja,
op zo een moment
kan ze erg ontroerd zijn,
en ze kruipt dan
dicht
tegen mij aan
in de sofa.
Ze zegt
in vervoering
mooi he.
Ik kijk op
van mijn boek
en zeg
ja liefste, heel mooi.

Maar
ik denk
op dat moment,
dat elk leven
een verhaal is
dat slecht afloopt.
Niet dat ik
niet in de liefde geloof,
zeker wel,
maar
ze leefden nog lang en gelukkig
is geen geloofwaardig einde
van een verhaal,
vind ik.

Een beter einde zou zijn
ze leefden nog lang en gelukkig,
en later gingen ze beiden dood,
zoals iedereen.

Ja, het leven loopt
voor iedereen
slecht af.
En de liefde is
de enige beschutting
die je kan vinden,
wanneer je,
doorweekt door de storm,
verdwaald bent
in het bos.